Skip to main content
Terug naar het overzicht

Journaliste Yvonne brengt verslag uit

2019-07-09 | 

De economie draait weer op volle toeren. In duizenden bedrijven in het Gooi, de Vechtstreek en Eemland wordt dagelijks hard gewerkt aan het perfecte product. Elke maandag doet de redactie verslag van een bezoek aan een van deze ondernemingen. Vandaag: Railpro Hilversum door Yvonne Hulsbos

Spoorrails van 360 meter

Geen echt kaartje of beschuit met muisjes, maar elke spoorstaaf die de fabriek van voestalpine Railpro BV verlaat, is voorzien van een uniek nummer. „Het geboortekaartje”, lacht Dirk Veldhuizen. De Hilversummer werkt al 33 jaar bij het bedrijf. De laatste 22 jaar als teamleider. Dat nummer bij elke las op de rail zorgt ervoor dat die altijd traceerbaar is. „Kun je zien dat Railpro die spoorstaaf heeft gemaakt, welke werknemer dat was, op welke datum en de hoeveelste las die dag het was.” Ook over 40 jaar. Allemaal onderdeel van de zeer uitgebreide kwaliteitscontrole bij het bedrijf.

Als je hier binnen bent geweest, zit je nooit meer hetzelfde in een trein.

Ingeklemd tussen de GAD Hilversum, Dierenasiel Crailo en het groen, liggen de fabriekshallen van Railpro, op het terrein kilometers metalen spoorstaven. Rails met een lengte van 6 tot 360 meter liggen onder imposante portaalkranen: hoge kranen met twee verticale staanders en daartussen een lange draagbalk met een grijper. De grijpers rijden van links naar rechts over de draagbalk, gaan omhoog en omlaag om de zware staven over het terrein te verplaatsen.

Industriesporen

Binnen in hal I stuurt Rob Vos de veertien kranen aan, vanachter een paneel dat niet zou misstaan in een luchtverkeerstoren: veertien grote schermen, daaronder knoppen en joysticks. Alert volgt hij alle schermen. „Ik heb een stresstest moeten doen voordat ik hier mocht werken”, grapt hij. Via de portofoon krijgt hij van zijn collega’s door wat er verplaatst moet worden. Hier in Hilversum maken ze niet de ’basisrails’, dat gebeurt in de walserijen. Bij Railpro frezen, zagen en lassen ze die tot maatwerk. Geschikt voor drukke spoorwegen, zware industriesporen of een simpel boemelspoortje. Toepassingen met verschillende eisen die hier nauwkeurig worden uitgevoerd. „We maken grofmaterieel met de specificaties van een horlogemaker”, duidt Veldhuizen.

Het productieproces start in hall II, met het ontkolen van de basisrail. „We frezen de broze bovenlaag eraf, gaat de rail langer mee.” De machine trekt de staven naar binnen en freest de linker- en rechterkant gelijktijdig.

Enige freesmachine in de wereld die dat symmetrisch kan.

Met verschillende freesprofielen maken ze de sporen geschikt voor dat boemeltje of die hogesnelheidstrein.

Brandschoon

„We leiden onze medewerkers zelf op”, vertelt de teamleider. Inclusief staf werken hier 120 mensen. „Je hoeft geen diploma te hebben als je hier in de productie komt werken, maar wel passie voor het vak en een ’niet lullen maar poetsen’ mentaliteit. Fouten maken kan, maar baal ervan en zorg dat het niet weer gebeurt.” We lopen terug naar hal I, daar zagen ze rails, boren eventueel gaten voor elektrische aansluitingen en borstelen ze brandschoon. En moet de spoorstaaf juist langer dan de standaard 120 meter, dan verbinden ze de staven met een ’afbrandstuiklas’. „Goed opletten, we branden de staven eerst schoon en daarna: ’vuurwerk’” . Een grote vuurregen en sterretjes vliegen door de laskamer, je mag er gewoon in kijken. Tot 1.200 graden wordt de las verhit, waarna de twee staven in elkaar worden gedrukt.

Kedeng kedeng

Na het afkoelen is het tijd voor het richten: „Dan maken we ze kaarsrecht tot op de millimeter.” Via beeldschermen wordt nauwkeurig uitgelezen hoe recht de staaf al is.

Als je een hoofdhaar daaronder legt, zie je de meters al uitslaan, zo nauwkeurig meten we. Op een baanvak waar je 140 km per uur mag, voel je die haardikte verschil echt. Het ouderwetse kedeng kedeng.

De richtmachine glijdt over de staaf heen en weer, drukt stevig op de las om die op sterkte te beproeven en uit te lijnen. De operator trekt en duwt totdat de norm is gehaald.

Hier zie je echt het vakmanschap van de lasser, die weet precies op welke plekken dat moet gebeuren, want doe je dat te veel dan wordt de las zwak.

Geboortekaartje ingraveren, nog even langs de kopslijpmachine voor een mooi glad resultaat, narichten en coaten (beschermlaagje). Nog een laatste visuele controle van de spoorstaaf, die dan al zes keer in het productieproces is gecontroleerd. „Iedere lasser levert ook elke week een proeflas in die door een extern laboratorium wordt gecontroleerd.” Inderdaad de nauwkeurigheid van een horlogemaker.

Hoe lang dat ’horloge’ meegaat verschilt: „Een spoorstaaf die in de tunnel Calais – Dover ligt, is na zeven jaar wel versleten. Maar kan nog een tweede leven krijgen op een rustig spoor in Groningen, daar ligt de snelheid veel lager.” En is de rail niet meer geschikt voor het spoor dan kan die nog een derde leven krijgen als bijvoorbeeld fiets.

Beheerder van het spoorwegennet ProRail, controleert het spoornet stipt: elke dag rijdt er een videoschouwtrein over een deel van het net. De trein controleert de rails nauwkeurig op breuken en andere oneffenheden. En wordt er wat gevonden, gaat Railpro of een andere leverancier, gelijk aan de slag om het spoor zo snel mogelijk te herstellen.

Spaghetti

De fotograaf gaat vanaf het dak nog even bij het eindresultaat kijken: 360 meter lange spoorstaven zwiepen door de lucht als binnen operator Vos een stapel optilt. „Gaaf hoor, net spaghetti”, grijnst hij. Hebben we nog niet eens de robeltrein gezien: die wordt gebruikt om de rails in het spoor te lossen, 8,6 km spoor past er op die trein. Gestapeld in lengtes van maximaal 360 meter en achterop twee kraanmachinisten die de staven uit de rijdende trein tillen en naast het bestaande spoor leggen.Tot 1997 is Railpro onderdeel van de NS, net als ProRail. Is het lastig dat de namen zo op elkaar lijken? En wie was de eerste? „ProRail is de naäper! Lastig? Niet echt.”